top of page

RvV vernietigt intrekking gecombineerde vergunning wegens onvoldoende bewijs van fraude

Foto van schrijver: Marike VerlieMarike Verlie

In arrest nr. 302.421 van 28 februari 2024 heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) een beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) vernietigd. De beslissing betrof de intrekking van een gecombineerde vergunning op basis van vermeende fraude, maar de aangevoerde elementen bleken onvoldoende onderbouwd.


Strenge bewijslast bij fraudeclaims

De RvV benadrukt dat DVZ bij de intrekking van een verblijfsrecht op grond van artikel 74/20, §2 van de Verblijfswet aan een strenge bewijslast is gebonden. De intrekking is een discretionaire bevoegdheid, en loutere twijfel is niet voldoende. De RvV analyseerde de concrete elementen waarop DVZ zijn beslissing baseerde:


  1. Arbeidsovereenkomst als bediende:

    De arbeidsovereenkomst was bekend bij de aanvraag en werd destijds aanvaard. DVZ kon dus geen nieuwe fraudeclaim baseren op deze overeenkomst.


  2. Onrealistische bedrijfswagen en woonst:

    Dat een banketbakker volgens DVZ niet zou beschikken over een bedrijfswagen en woonst, is onvoldoende gemotiveerd en bewijst geen intentie tot fraude.


  3. Familieband met werkgever:

    Het feit dat de zus van verzoekster bij hetzelfde bedrijf werkt, leidt volgens de RvV niet tot een bewijs van bedrieglijk opzet. DVZ’s formulering dat dit ‘ernstige twijfel’ wekt, is onvoldoende.


  4. Bevoegdheidstoewijzing:

    De beoordeling van toelating tot arbeid valt buiten de bevoegdheid van DVZ. Het Vlaams Gewest, dat verantwoordelijk is voor de arbeidscomponent, beoordeelde de aanvraag positief. Er is geen aanwijzing dat het gewest ooit overwoog om de toelating tot arbeid in te trekken.


Conclusie

De RvV concludeert dat DVZ’s twijfel over de tewerkstelling van de verzoekster onvoldoende is om fraude vast te stellen. Er is geen objectieve vaststelling van valsheid of misleidende verklaringen, noch enig intentioneel element dat op bedrieglijk handelen wijst.


Dit arrest benadrukt dat DVZ zorgvuldig moet omgaan met fraudeclaims en geen beslissingen kan nemen op basis van loutere vermoedens of onbevoegdheid over andere aspecten van een aanvraag.

0 weergaven0 opmerkingen

Comments


bottom of page