De uitleveringswet in België, zoals geregeld in de Wet van 15 maart 1874 betreffende de uitlevering, vormt het juridische kader voor de procedure en voorwaarden waaronder personen vanuit België aan een andere staat kunnen worden uitgeleverd.
De belangrijkste aspecten van de Belgische uitleveringswet zijn de volgende:
1. Grondslagen voor Uitlevering:
Uitlevering kan plaatsvinden op basis van een verdrag tussen België en de verzoekende staat, of bij gebrek aan een verdrag, op basis van wederkerigheid.
België heeft diverse bilaterale en multilaterale verdragen met andere landen afgesloten, waaronder het Europees Uitleveringsverdrag.
2. Voorwaarden voor Uitlevering:
Dubbele Strafbaarheid: De handeling waarvoor uitlevering wordt gevraagd, moet in zowel België als in de verzoekende staat strafbaar zijn.
Minimum Strafmaat: Het delict moet in de verzoekende staat met een straf bedreigd zijn die een bepaalde minimum duur heeft, doorgaans minstens één jaar gevangenisstraf.
Verjaring: De vervolging of de straf mag niet verjaard zijn volgens de wetten van zowel België als de verzoekende staat.
3. Uitzonderingen op Uitlevering:
Politieke Misdrijven: Personen kunnen niet worden uitgeleverd voor politieke misdrijven.
Militaire Misdrijven: Uitlevering is niet mogelijk voor misdrijven die volgens de Belgische wet als militaire misdrijven worden beschouwd.
Risico op Mensenrechtenschendingen: Uitlevering wordt geweigerd als er een risico is dat de persoon in de verzoekende staat onderworpen zal worden aan foltering, onmenselijke of vernederende behandeling, of geen eerlijk proces zal krijgen.
Belgische Nationaliteit: Belgische onderdanen worden in principe niet uitgeleverd, tenzij er bijzondere verdragsbepalingen zijn die dit toestaan.
4. Procedure voor Uitlevering:
Verzoek: De verzoekende staat dient een formeel uitleveringsverzoek in bij de Belgische overheid, vaak via diplomatieke kanalen.
Voorlopige Hechtenis: De verdachte kan voorlopig worden aangehouden in afwachting van het uitleveringsverzoek.
Onderzoek: Het parket onderzoekt het verzoek en de raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg beoordeelt de uitleveringsvoorwaarden.
Hoger Beroep: Tegen de beslissing van de raadkamer kan beroep worden aangetekend bij de kamer van inbeschuldigingstelling.
Ministeriële Beslissing: De uiteindelijke beslissing om tot uitlevering over te gaan ligt bij de Minister van Justitie, die het advies van de gerechtelijke instanties in overweging neemt.
5. Europese Aanhoudingsbevel:
Binnen de Europese Unie is het Europese Aanhoudingsbevel (EAB) van kracht, dat een snellere en eenvoudiger uitleveringsprocedure tussen EU-lidstaten mogelijk maakt. Dit vervangt de traditionele uitleveringsprocedures tussen EU-lidstaten.
De Belgische uitleveringswetgeving is ontworpen om een evenwicht te vinden tussen het naleven van internationale verplichtingen en het beschermen van de rechten van individuen die aan uitlevering worden onderworpen. Deze wetgeving houdt rekening met zowel nationale als internationale juridische normen en mensenrechten.
Comments